Betrokkenheid en samenwerking kern van MIRT-verkenning Oeververbindingen

Op donderdag 10 november 2022 is het Voorkeursalternatief voor de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg MIRT. Projectmanager Jos Kalfsbeek en omgevingsmanager Jorinke Vos kijken terug op de verkenning.

“Bij de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam waren 4 opdrachtgevers betrokken. En bij de Algeracorridor ook de gemeenten Krimpen a/d IJssel, Capelle a/d IJssel en Krimpenerwaard.” vertelt Jos. “Natuurlijk verschillen die belangen onderling wel eens. Maar voor de projectorganisatie begint het met het op tafel leggen van de feiten. Dat betekent dat wij de onderzoeken zorgvuldig en objectief uitvoeren en zo de beslisinformatie zo feitelijk mogelijk presenteren. Op basis van die informatie kunnen de opdrachtgevers een goed gesprek voeren en wordt duidelijk waar ze het over eens zijn en waar wellicht hun inzichten verschillen. Die overeenkomsten en verschillen hebben wij vervolgens zo scherp en goed mogelijk voor de opdrachtgevers op een rij gezet, zodat zij samen een knoop konden doorhakken.”

Mijlpalen
De afgelopen jaren zijn er veel belangrijke momenten geweest in het project. “Het ligt misschien redelijk voor de hand,” begint Jorinke, “maar voor mij waren het vaststellen van de Notitie Kansrijke Oplossingen en aan het eind van de verkenning het vaststellen van het Voorkeursalternatief belangrijke momenten. Niet alleen voor de projectorganisatie, maar natuurlijk ook voor alle stakeholders. Voor ons als omgevingsteam zijn het ook drukke periodes, omdat we op die momenten vaak veel communicatie-activiteiten gepland hebben. Zoals het webinar rond de NKO, waarin we de onderzoeksresultaten deelden van de analytische fase en de MIRT on Tour vlak voor het vaststellen van het Voorkeursalternatief. Dat zijn intensieve periodes, maar ook heel leuk om te doen!”

“Bij deze mijlpalen hebben we ons uiterste best gedaan om de resultaten van de onderzoeken en het participatieproces zo goed mogelijk in beeld te brengen en op basis daarvan de besluitvorming voor te bereiden,” vervolgt Jos. “Maar ik denk ook aan andersoortige mijlpalen, zoals het moment dat de wereld in de greep was van corona. We hebben toen met alle partners en participanten gezocht naar een manier om toch door te kunnen gaan en voortgang te boeken. Dat is ons samen wel aardig gelukt, als ik erop terugkijk. Ook daar ben ik trots op en dankbaar voor de bijdrage die eenieder daaraan heeft geleverd,” aldus Jos.

Jorinke vult daarover aan: “Een groot deel van het onderzoek, met name in de analytische fase, werd inderdaad gedaan toen de coronamaatregelen van toepassing waren. Alle contacten met stakeholders verliepen in die periode digitaal. Ik vond dat best een uitdaging. Het kostte in die periode meer moeite om elkaar goed te leren kennen en bekend te raken met alle stakeholders. Ik was dan ook blij dat we elkaar op een gegeven moment ook weer fysiek konden ontmoeten. De non-verbale communicatie, emoties, het groepsgevoel en de interactie met elkaar had ik toch erg gemist en is juist wat het werk als omgevingsmanager zo waardevol maakt.”

Trots
“Ik kijk tevreden terug op het participatieproces”, vervolgt Jorinke. “We hebben tijdens dit proces veel input opgehaald. Het heeft de onderzoeken beter gemaakt, omdat lokale kennis is ingebracht en vanuit die optiek altijd kritisch met de onderzoeken is meegedacht. Ik ben dankbaar voor alle inbreng. Het heeft de beslisinformatie én het proces verrijkt. Tijdens de inspreekrondes in de gemeenteraadscommissie is ook gebleken dat het goed is gelukt om participanten bij ons onderzoek te betrekken. De insprekers wisten waar ze het over hadden en die kennis hebben ze goed op de gemeenteraadsleden weten over te brengen. Ik was daar best trots op.”

“Ik heb ook een trots gevoel bij de samenwerking met de betrokkenen”, vult Jos aan. ”Het is ons gezamenlijk gelukt om op tijd de beslisinformatie en onderzoeken af te ronden. Op basis daarvan konden de bestuurders een keuze maken en met hun achterban in gesprek. Dat is ook een intensief proces geweest, dat we alleen voor elkaar konden krijgen door de goede samenwerking met én tussen de opdrachtgevers. Daar hebben we allemaal aan gewerkt de laatste jaren, waardoor op het moment suprême niet alleen de goede beslisinformatie aanwezig was, maar ook het noodzakelijke begrip en vertrouwen tussen alle partijen om stappen te zetten. Daar kijk ik met voldoening op terug.”