Algeracorridor onder de loep

Het woord ‘fileleed’ wordt vaak in één adem genoemd met de Algeracorridor. De doorstroom van dit beruchte verkeersknelpunt moet flink verbeteren om de regio in de toekomst bereikbaar te houden. Wieger Savenije is projectleider en deelstudietrekker Algeracorridor. Hij ziet een kans om de leefkwaliteit voor omwonenden aan te pakken. We vertellen je er in dit artikel alles over.

De Algeracorridor ligt op de N210 en is de belangrijkste verkeersader door de Krimpenerwaard. Het is volgens de ANWB ook een van de drukste N-wegen van Nederland. Savenije: “Als daar iets gebeurt, staat het verkeer volledig vast.” Niet alleen de Algerabrug, maar ook de nabijgelegen kruisingen, zoals Kralingseplein en de Grote Kruising, vormen knelpunten. “Tijdens de eerste werktafel, begin oktober, hebben we dan ook gesproken over de bereikbaarheid en doorstroom van de corridor. Daarna zijn we aan de slag gegaan met mogelijke invullingen van de maatregelen. Aan het einde van de werktafel hadden we een flinke lijst die we nu verder onder de loep gaan nemen.”

Realistisch

Over enkele weken vindt de volgende werktafel plaats. In de tussentijd wordt er, samen met het ingenieursbureau Witteveen & Bos, nagegaan of de aangedragen maatregelen realistisch zijn. “We kijken dan naar de technische en financiële haalbaarheid, maar ook naar duurzaamheid en de omgeving”, legt de projectleider uit.

Het feit dat een hoop omwonenden meedenken, zorgt dat er veel specifieke lokale kennis beschikbaar is. Savenije: “Dan horen we verhalen van mensen die hun eigen wijk nauwelijks uitkomen door het vaststaand verkeer en dagelijks last hebben van sluipverkeer. Ook merken we dat omwonenden meer aandacht willen voor leefkwaliteit, dus maatregelen die verder gaan dan alleen de hantering van normoverschrijdingen van geluid en luchtkwaliteit. Nu gaan we kijken hoe we dat mee kunnen nemen in het onderzoek.”

Extra rijbaan of meer OV

Uit de pre-verkenning is gebleken dat de problemen rondom de Algeracorridor binnen het gebied zelf op te lossen zijn. Hier is dus bijvoorbeeld geen andere brug voor nodig. “Er is een eerste voorstel gedaan voor mogelijke maatregelen. Daar bouwen we in de werktafels op voort,” legt Savenije uit. “Als we het hebben over het verbeteren van de doorstroming, dan kunnen we kijken naar de aanleg van extra rijstroken. Hebben we het over de intensiteit van het verkeer, dan verleggen we de focus meer naar het type vervoer. Kunnen we fietsen en het openbaar vervoer aantrekkelijker maken, zodat er minder autoverkeer ontstaat?”

Vanuit de belanghebbenden merkt hij dat vooral aan dat laatste behoefte is. “Het zou mooi zijn om daar serieus werk van te maken: vaker de fiets en het OV pakken. We spelen dan niet alleen in op de verbetering van de leefkwaliteit voor omwonenden, maar ook op het streven naar duurzaamheid.” Voorlopig gaat het er vooral om dat er maatregelen overblijven die uitvoerbaar zijn en een oplossing bieden. In de volgende werktafel wordt besproken naar welke maatregelen de voorkeur uitgaan.

Algerabrug
Algerabrug

Stapje verder brengen

Wat betreft de andere deelstudies, stelt Savenije dat de Algeracorridor een relatief onafhankelijk knelpunt is. “Het gebruik van de corridor hangt niet af van een nieuwe oeververbinding of aanpassingen op de A16. Maar uiteindelijk komen alle maatregelen wel samen op het Kralingseplein. De deelstudies kunnen van elkaar leren, soms iets van elkaar afkijken en zo elke deelstudie een stapje verder brengen.”

Bijzonder is dat in deze deelstudie niet alleen de vier initiatiefnemers, maar ook de gemeenten Krimpen aan den IJssel, Krimpenerwaard en Capelle aan den IJssel, besluiten welke combinatie van maatregelen verder onderzocht worden. Savenije: “De maatregelen vinden op hun grondgebied plaats en ze hebben een verantwoordelijkheid naar hun inwoners toe om hun gemeenten bereikbaar te houden. Er ligt dus een belangrijke rol voor hen in deze deelstudie.”

Maar voordat het zover is, worden er nog twee werktafels georganiseerd. Aan het eind van de reeks hoopt Savenije op ‘een mooi, kansrijk pakket met een combinatie aan maatregelen’. Aan de inzet van de betrokkenen zal het in ieder geval niet liggen.

Korte- en lange-termijnpakket
De MIRT-verkenning richt zich alleen op het lange-termijnpakket aan maatregelen voor de Algeracorridor. Er vinden ondertussen al wel aanpassingen plaats die vallen onder het korte-termijnpakket, waaronder het aanpassen van de kruising C.G. Roosweg/ Nieuwe Tiendweg en een aantal OV- en fietsmaatregelen.