Startbeslissing MIRT-verkenning
Startbeslissing MIRT-verkenning
Op 20 november 2019 is het officiƫle startsein gegeven voor de MIRT-verkenning Oeververbinding Regio Rotterdam. De vier initiatiefnemers (gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) hebben de Startbeslissing genomen. Aan de eerder gestelde voorwaarde van bekostiging van de aanpak voor de Algeracorridor is invulling gegeven.
Meer dan een oeververbinding
De vier initiatiefnemers hebben besloten tot het onderzoeken van een pakket aan maatregelen voor de regio Rotterdam dat het meest bijdraagt aan het verbeteren van de bereikbaarheid, de regionale verstedelijkingsopgave, de stedelijke leefkwaliteit en zorgt voor kansen voor mensen. Conform afspraken die de initiatiefnemers voor de zomer hebben gemaakt bestaat het pakket aan maatregelen uit:
- Een nieuwe multimodale oeververbinding tussen Kralingen en Feijenoord in Rotterdam
- Een treinstation Stadionpark
- Een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding tussen Zuidplein en Kralingse Zoom
- Een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding tussen Zuidplein en Rotterdam Centraal via de Maastunnel
- Maatregelen op de A16, waaronder het weefvak in de A16 ten zuiden van de Van Brienenoordbrug tussen het Knooppunt Terbregseplein en het Knooppunt Ridderkerk
- Maatregelen op de Algeracorridor
De exacte invulling van deze maatregelen is nog niet duidelijk. Er zijn verschillende oplossingen mogelijk. In de MIRT-verkenning worden deze richtingen de komende periode geanalyseerd en beoordeeld. De verkenning leidt tot een Voorkeursbeslissing: een goed onderbouwde keuze voor de beste oplossingen, de juridische route en de manier waarop dit gefinancierd wordt
Eerste stap: NRD
De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is een belangrijke stap in de MIRT-verkenning. Het helpt oplossingen, onderzoekaspecten en de diepgang van het vervolgonderzoek in kaart te brengen. Het document is daarmee een eerste stap in een m.e.r.-procedure: waarin de effecten op het milieu worden meegenomen in de voorbereiding en vaststelling van plannen en besluiten over de maatregelen. Daarnaast beschrijft de NRD ook de participatieaanpak. Die geeft antwoord op de vraag hoe en wanneer belanghebbenden bij het onderzoek worden betrokken.
Uitgebreide participatie
Participatie is een onmisbaar aspect van de MIRT-verkenning. Vanwege de grote impact op de omgeving krijgen belanghebbenden de mogelijkheid om mee te denken over de maatregelen. Het betrekken van de omgeving in het onderzoek gebeurt via een formeel en een informeel traject.
In het formele traject kan iedereen binnenkort een reactie geven op de NRD en aan het einde van de MIRT-verkenning over de Voorkeursbeslissing. Dit gebeurt via het indienen van zogenaamde zienswijzen. Binnenkort wordt de NRD hiertoe gepubliceerd.
Het informele deel van de participatieaanpak kenmerkt zich door het actief betrekken van belanghebbenden. Dit gebeurt op verschillende niveaus (participeren, consulteren en informeren) en in diverse vormen, zoals klankbordgroepen en expertsessies.