Webinar over de onderzoeksresultaten

21 april 2021

De eerste onderzoeksfase is achter de rug. In het Oeververbindingen webinar, dat op donderdag 8 april live vanuit de studio werd uitgezonden, deelden wij de resultaten van alle werksporen. Daarnaast lichtten we toe wat het participatietraject tot nu toe heeft opgeleverd. Je kunt het webinar hieronder terugkijken.

Vanuit de studio neemt gastheer Pascal Hofmann je mee in de onderzoeken en de resultaten, samen met de projectleiders van de werksporen. Jos Kalfsbeek vertelde wat er met de resultaten gaat gebeuren. Tot slot liet omgevingsmanager Niels Vrije zien wat de opbrengst van de participatie tot nu toe is.

Vragen stellen

Tijdens de uitzending konden kijkers vragen stellen. De gebundelde vragen en antwoorden vind je hieronder. Benieuwd naar de invulling van het participatietraject in de volgende onderzoeksfase? Lees daarover meer in het interview met Jos Kalfsbeek.

Vraag en antwoord

Inpassing oeververbinding & OV

Wat is het verschil tussen een afgezonken en een geboorde tunnel?

Met een geboorde tunnel, boor je de tunnel onder de grond door en bouw je hem stuk voor stuk op. Met een geboorde tunnel kun je over een langere afstand aanleggen, omdat je overal onderdoor boort. Dat kan bij een afgezonken tunnel niet. Een geboorde tunnel is technisch ingewikkelder en kostbaarder dan een afgezonken tunnel.
Een afgezonken tunnel bestaat uit tunneldelen die je laat afzinken naar de bodem. Deze tunnel ligt minder diep dan een geboorde tunnel. Dat biedt de mogelijkheid om de tunnel te combineren met andere vormen van vervoer, bijvoorbeeld met auto’s, fietsers en voetgangers.

Is er in het onderzoek gekeken naar innovatieve OV-concepten?

Ja, we hebben onder andere gekeken naar innovatieve concepten in het buitenland. De uitkomst van het onderzoek hiernaar is dat we het best gebruik kunnen maken van de meer traditionele systemen die al bestaan in Rotterdam. Bij andere systemen is het vaak lastig om meerdere lijnen op elkaar aan te laten sluiten. Binnen de meer traditionele systemen kijken we wel naar innovaties, zoals een [simple_tooltip content=’‘Hoogwaardig openbaar vervoer’ betekent snel, comfortabel openbaar vervoer met een hoge frequentie.’]HOV-buslijn[/simple_tooltip] waar bussen automatisch op kortere afstand van elkaar kunnen rijden. Een techniek die meer kwaliteit en capaciteit kan bieden.
Bij de aanleg van een nieuwe metrolijn is het uitgangspunt om een automatisch bediende metro aan te leggen.

In hoeverre wordt rekening gehouden met het plan van Feyenoord City bij dit project?

Het bestemmingsplan Feyenoord City is in december 2020 vastgesteld en is een uitgangspunt in ons onderzoek. We houden er dus rekening mee en we volgen de uitwerkingen van het plan.

Hoe worden de belangen van fietsers meegenomen?

De fiets speelt een belangrijke rol in het onderzoek, omdat het aansluit bij de doelstellingen van het project. Bij elke oeververbinding die we onderzoeken gaan we ervan uit dat deze ook geschikt is voor fietsers en voetgangers.  Met uitzondering van een (geboorde) metrotunnel, waarbij we een oeververbinding voor alleen OV onderzoeken. Dat doen we naar aanleiding van een aangenomen motie door de Rotterdamse gemeenteraad.

In de MIRT-verkenning wordt gesproken over flinke investeringen in het OV, terwijl de MRDH hier juist voor 40% op wil bezuinigen. Hoe zit dat?

De druk op het OV neemt naar verwachting verder toe vanwege de grote verstedelijkingsopgave. Om dat te voorkomen blijven investeringen in de infrastructuur noodzakelijk.

Is er onderzoek gedaan naar de veerdienst tussen De Esch en Feyenoord, in relatie tot de nieuwe oeververbinding?

Ja, de veerdienst is meegenomen in het onderzoek en wordt gezien als ‘meekoppelkans’. Dat betekent dat dit een ontwikkeling is die mee kan liften op het project. Het valt dus niet direct onder de scope van de MIRT-verkenning, omdat het pontje ook met aanpassingen onvoldoende capaciteit heeft om toekomstig verkeer goed door te laten stromen. Maar het sluit wel goed aan bij de maatregelen en de doelstellingen en daarom wordt er onderzocht of er toch iets mee gedaan kan worden in de vorm van een meekoppelkans.

Is een tunnel ook een mogelijk alternatief voor een nieuwe oeververbinding?

Ja, naast alternatieven die uitgaan van een brug zijn er ook tunnels onderzocht. Op dit moment zijn er vijf brugvarianten en drie tunnelvarianten die mogelijk kansrijk zijn.

Zijn de kosten van alle varianten doorgerekend en bekend?

De kosten hebben we zeker in beeld gebracht. Dat hoort bij het beoordelingskader; alle punten waar we in deze onderzoeksfase naar gekeken hebben. Er wordt daarbij gekeken naar doelbereik, inpassing, techniek, milieu, omgeving en kosteneffectiviteit. De kosten worden gepubliceerd en openbaar gemaakt in de Notitie Kansrijke Oplossingen.

Wordt er naast de beroepsvaart ook rekening gehouden met de recreatievaart?

Ja, daar wordt rekening mee gehouden. De recreatievaart wordt dan ook vertegenwoordigd in een expertgroep en kijkt mee met het onderzoek. In de recreatievaart gaat het vaak om hoge, smalle schepen. Daarom is het beweegbare brugdeel erg interessant voor deze groep.

Sommige alternatieven van de oeververbinding lopen dwars door woongebieden en natuurparken. Brengt dit de voortgang van het project in gevaar?

De verschillende alternatieven worden beoordeeld aan de hand van een beoordelingskader. Er wordt daarbij gekeken naar doelbereik, inpassing, techniek, milieu, omgeving en kosteneffectiviteit. Op de aspecten van milieu zijn geen onoverkomelijke effecten gesignaleerd. Dit betekent dus dat de voortgang van het project niet in gevaar is. Het is wel zo dat elke variant uitdagingen met zich meebrengt als het gaat om nautiek of ruimtelijke inpassing. In de volgende fase doen we gedetailleerder onderzoek naar de genoemde en andere onderzoeksaspecten.

Onderzoeken jullie de aanrijroutes bij een eventuele brug, zodat deze niet te steil wordt?

Bij het ontwerp van een brug wordt rekening gehouden met de maximale hellingsgraad van de brug, zodat openbaar vervoer, fietsers, voetgangers en auto’s er veilig gebruik van kunnen maken.

Wat bedoelen jullie met term ‘oeveraanpassingen’ en zijn deze aanpassingen al in beeld gebracht?

Met ‘oeveraanpassing’ bedoelen we dat voor enkele brugvarianten een deel van de oever (van De Esch of Eiland van Brienenoord) moet worden afgegraven, zodat het scheepverkeer vlot en veilig door kan varen.

Is het overkappen van de Abram van Rijckevorselweg onderdeel van het onderzoek?

Het overkappen van de Abram van Rijckevorselweg valt niet binnen de scope van de MIRT-verkenning. Lees hier meer over de zes maatregelen die we onderzoeken.

A16 Van Brienenoordcorridor/OWN

Wat is de vervanging- en renovatieopgave van de Van Brienenoordbrug?

Dit project heeft een raakvlak met de MIRT-verkenning. Het valt onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Bij de vervanging- en renovatieopgave worden onderdelen van de brug (de westboog en de oostboog) vervangen en gerenoveerd. Er komen geen extra rijstroken bij. Voor meer informatie: https://www.rijkswaterstaat.nl/wegen/projectenoverzicht/a16-renovatie-van-brienenoordbrug

Hoe wordt er rekening gehouden met de vervanging- en renovatieopgave van de Van Brienenoordbrug in dit project?

In de MIRT-verkenning houden we rekening met deze opgave. Om grote projecten niet te veel met elkaar te laten versmelten, gaan we er voorlopig vanuit dat de functionaliteit van de Van Brienenoordbrug hetzelfde blijft. Dat houdt in dat er zes rijstroken per kant liggen inclusief een fietsverbinding.

Staan alle pakketten van de zes maatregelen in de Notitie Kansrijke Oplossingen?

Ja, de zes pakketten aan maatregelen komen in de NKO.

Wie neemt het besluit over de zes maatregelpakketten?

De resultaten van alle onderzoeken liggen nu op de bestuurstafels. De uiteindelijke vaststelling ligt dan ook bij de bestuurders van de verschillende opdrachtgevende partijen.

Algeracorridor

Wat is het verschil tussen de korte-termijn maatregelen Algeracorridor (KTA) en de MIRT-verkenning oeververbindingen?

Beide pakketten aan maatregelen zijn opgesteld om de bereikbaarheid en leefbaarheid rond de Algeracorridor te verbeteren. Het verschil is dat de korte-termijn maatregelen voortkomen uit de pre-verkenning en op de korte termijn uitgevoerd worden. In de MIRT-verkenning richten we ons op het lange-termijnpakket aan maatregelen.

Is het lange-termijnpakket aan maatregelen voldoende toekomstgericht om de huidige problematiek op de Algeracorridor aan te pakken?

We gebruiken verkeerskundige modellen die voorspellen hoe de toekomst eruit komt te zien. Als we kijken naar die toekomst, dan zien we dat het lange-termijnpakket aan maatregelen voldoende is om de problematiek op de Algeracorridor aan te pakken.

Wat is jullie reactie op de visie NKO 5, van de projectaanjagers Capelle aan den IJssel?

De visie is intern verspreid en wordt inhoudelijk beoordeeld. Daarna zullen we de indieners voorzien van een formeel antwoord.

MIRT-verkenning algemeen

Is er een Notitie Kansrijke Oplossingen (NKO) per werkspoor of is het een samenvattend beeld?

In de NKO proberen we de informatie bij elkaar te brengen. We presenteren de maatregelenpakketten in samenhang tot elkaar, zodat ook voor de bestuurders duidelijk wordt hoe de hele ‘puzzel’ in elkaar steekt.